Spelling


In groep 4 worden de spellingwoorden moeilijker. Kinderen leren dan dat ze een woord niet meer altijd mogen schrijven zoals ze het woord horen.
Voor sommige kinderen is dit erg moeilijk.
Om ook thuis te kunnen oefenen, worden de woorden per hoofdstuk op het weblog gepubliceerd.
Zo weet ook u met welke woorden wordt geoefend in de klas.



Als u thuis wilt oefenen is het prettig als dit gebeurd d.m.v. het zeggen van het woord en het kind dit te laten schrijven of typen. Overschrijven is ook een mogelijkheid.

Houdt uw kind van spelletjes op de computer? Het programma 'woordkasteel' biedt verschillende spelletjes om woorden mee te oefenen en is gratis te downloaden.
Hieronder volgen nog elke website waar de kinderen mee kunnen oefenen. Klik de juiste categorie aan.
* http://leestrainer.nl/Spelling/groep4.htm
* https://www.taal-oefenen.nl/taal-groep-4

Hoofdstuk 3
Wat hebben wij geleerd:
- woorden met drie medeklinkers op het eind:
worst, arts, dienst, dorst, komst, kunst, liefst, oogst, vorst
- woorden die met s of z beginnen: 
som, slaap, soms, soort, stam, steel, stil, stem, stoel, stof, storm
- woorden die beginnen met sch of schr:
school, schat, schelp, scherm, scherp, schets, schijn, schoon, 
schrift, schrik, schroef
- woorden met aai, ooi, oei                 kraai, fraai, saai, taai
kooi, hooi, nooit, dooi, mooi

boei, groei, sproei, vloei 


Hoofdstuk 2:
Wat hebben wij geleerd:
-woorden met drie medeklinkers aan het begin: straat, spreek, straf, strak, streek, stroom, struik
-woorden met twee medeklinkers aan het eind met tussenklank(magneetletter): helm, wolf, balk, tulp, erf, dwerg, jurk,berm, doorn, dorp, elf, half, volk, kalm, zorg, sterk,warm
-woorden die beginnen met f: fluit, feest, fijn, film, fles, flink, fors, fris, fruit

-woorden die beginnen met v: vis, vaart, vals, vast, vent, vijf, vlag, vlees, vlek, vlieg, vloer, vloot, 


Hoofdstuk 1
Deze woorden mogen we nog schrijven zoals we ze horen. Maar we moeten goed opletten op welke plaats de letters komen. Als we dit moeilijk vinden, hakken en plakken we de woorden in stukjes. Een voorbeeld: b-l-i-k -> blik

We hebben geoefend met woorden met:
- twee medeklinkers vooraan (mmkm): blik, bloem, breuk, brief, bril, broek, broer, bron, glas, greep,
Groen,   groep, groet, klap, klok, knie, knoop, knop, kraan, kruis, kruk, plus,  proef, traag, trap, troon

- twee medeklinkers achteraan (mkmm): tent, als, bont, kans, koers, lamp, lift, mens, munt, wesp,
                                                  haast, juist, kast, kust, mest, mist, nest,
                                                  muts, fiets, rits

- twee medeklinkers voor- en achteraan: krant, broers, glans, grens, krans, kwart, plaats, prent, sport, start. 

 Een leuke site om de woordjes te oefenen is de volgende:
http://oefensite.rendierhof.nl/online/spelding/index.html

Klik dan de mmkm woorden en de mkmm woorden. Daar zijn we op dit moment mee bezig. Je kan de lijst aanhouden die zij aanbieden, maar je kan ook onze woorden toevoegen.