De antwoorden schrijven we in een schriftje met grote ruitjes.
Allereerst hebben we met de kralenketting van oefeningen gedaan. De kinderen zette allemaal het cijfer 35 op. Hoeveel kralen heb ik dan nodig? Als ze het antwoord op de kralenketting hadden opgezet, lieten ze het in de lucht zien of hij goed was.
Ook telden we met sprongen van 10. Van 10 - 20 - 30 - 40 - 50 - 60 - 70 - 80 - 90 - 100 ging wel!
Maar de sprongen van 10, als we midden in een getalrij beginnen, waren nog best lastig. 22 - 32 - 42 - 52 - 62 - 72.
Daar gaan we de komende periode goed mee aan de slag!
Oefenen jullie thuis met ons mee?
* Je kan oefenen door de telrij op te zeggen bv. 21 - 31 - 41 - 51 of 55 - 65 - 75 - 85.
* Om de beurt een sprong van 10 maken. Maak er een spel van. mama: 21 papa: 31 angela: 41 helen: 51 etc.
* Op het internet is een spelletje waar je de getallen in kan vullen. Zo leer je de sprongen van 10 ook.
http://www.openleerhuis.be/oefeningen/3/3/3/3/1/528/index.html